Geen kinderen uit Griekse kampen naar Vlaardingen

VLAARDINGEN – ‘Onze stad verrechtst en de christelijke partijen laten het ook afweten’. Dat was de reactie van GroenLinks raadslid Robin Bongers op de uitslag van de stemming van zijn motie, afgelopen donderdag. Daarin riep hij de collega’s in de raad op om positief te staan tegen de mogelijke komst van een aantal kinderen uit vluchtelingenkampen in Griekenland. Een meerderheid stemde echter tegen.

Robin Bongers: “Ik voel schaamte bij het feit dat Vlaardingen zich niet wil aansluiten bij de oproep om kinderen op te vangen en de verantwoordelijkheid te nemen om een handvol kinderen onderdak te bieden. Er is in de Vlaardingse raad al vaker gebleken dat er een krampachtigheid heerst als het gaat om grotere thema’s: als er iets op de agenda staat wat ook buiten de Vlaardingse grenzen van belang is, zegt de helft van de raad: ‘niet onze zorg’. Dit bleek bij de stemming over het benoemen van de klimaatcrisis, bij de stemming van de Rotterdamwet en ook nu wilde de Vlaardingse raad niet over de eigen schutting kijken’’. Bongers vond daarbij ook dat hieruit de verrechtsing van Vlaardingen bleek en was teleurgesteld in het gebrek aan naastenliefde vanuit de christelijke partijen die hier anders de mond van vol hadden.

De realiteit lijkt echter wat genuanceerder; verantwoordelijk staatssecretaris Broekers-Knol had de problemen voor deze kinderen onderkend, maar ook gezegd dat de Griekse regering voor deze groep juist intensief met een oplossing, opvang op het Griekse vasteland, bezig was. Nederland stond daarbij al klaar om financieel de Griekse regering hier bij te springen. Voor de meeste partijen was dit landelijke beleid duidelijk genoeg en bood het oplossingen. Daarnaast zou een lokale oplossing in Vlaardingen de stad weer geld kosten wat niet begroot was. Hoe kon GroenLinks verantwoorden dat ze vóór opvang stemden, waarbij eerder op de avond tegen een voorstel was gestemd omdat de kosten juist niet duidelijk waren? Zo betoogden onder meer de fractie Boers en het CDA.

Er stemden uiteindelijk 21 van de 35 raadsleden tegen de motie.