Categorieën

Service

Burgemeester, waar blijft de Vlaardingse wiet?

Burgemeester, waar blijft de Vlaardingse wiet?
Politiek

Burgemeester, waar blijft de Vlaardingse wiet?

  • Redactie
  • 11-06-2016
  • Politiek
Burgemeester, waar blijft de Vlaardingse wiet?
VLAARDINGEN – Als het aan een meerderheid van de gemeenteraad ligt dan komen er in Vlaardingen legale wietplantages. Momenteel moeten de eigenaren van coffeeshops nog zaken doen in het criminele circuit om aan hun handelswaar te komen. In december 2014 is in de Vlaardingse gemeenteraad een motie aangenomen over wietteelt. Hierin werd het college opgeroepen te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor gereguleerde en dus legale  wietteelt in Vlaardingen.

Dat is inmiddels alweer anderhalf jaar geleden, wat voor D66 fractievoorzitter Peter Caljé en GroenLinks raadslid Lianne van Kalken alweer veel te lang duurt. Reden om maar weer eens aan de bel te trekken bij het college. Deze week stelden ze een aantal vragen over wat de stand van zaken is met betrekking tot wietteelt.

Van Kalken en Caljé trappen af met een vraag over het congres van de Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG): ,,Op dinsdag 7 juni vond het VNG congres plaats. Wij hebben begrepen dat u ook hierbij aanwezig was.In verschillende media lazen wij dat de meerderheid van de gemeenten voor experimenten met wietteelt is. Bent u op de hoogte van de rechterlijke mogelijkheden tot gereguleerde wietteelt ?’’

Van Kalken en Caljé zijn van mening dat daarmee Vlaardingen een rechterlijke basis heeft om te experimenteren met gereguleerde wietteelt, en vragen vervolgens of het college het daarmee eens is. Zij stellen dat een meerderheid van de Nederlandse gemeenten voor het invoeren hiervan is en daarmee willen experimenteren. Naar aanleiding van de wietmotie uit 2014 vragen ze naar de stand van zaken in Vlaardingen: ,,Kunt u aangeven wat de status is van het voorbereiden van de start van een experiment met gereguleerde wietteelt in Vlaardingen, zoals in de aangenomen motie uit 2014 als opdracht is meegegeven?’’

Van Kalken en Caljé vragen zich tenslotte af hoe sterk het college zich gemengd heeft in het landelijke debat rondom gereguleerde wietteelt.  ,,Bent u voornemens dit naar aanleiding van het VNG congres meer te gaan doen en zo ja, op welke wijze?’’

De termijn waarbinnen het college met antwoorden moet komen is gesteld op dertig dagen. Het is nu afwachten hoe lang het duurt voordat een raadsvergadering niet meer alleen met een drankje afgesloten wordt, maar eventueel ook met een jointje.