Minder bekeuringen voor ontbreken mondkapje in ov

VLAARDINGEN - De RET heeft in november beduidend minder bekeuringen uitgedeeld aan passagiers zonder mondkapje dan in oktober. Werden reizigers in oktober nog 524 keer op de bon geslingerd, in november gebeurde dat nog 'maar' 297 keer.

Woordvoerder Rolf Harbers kan niet direct verklaren waar de daling in zit. Hij houdt het op vergroot bewustzijn van de noodzaak Coronabesmettingen te voorkomen door de verscherpte maatregelen die half oktober ingingen en de verscherpingen begin november.

De RET en het andere openbaar vervoer waren voorlopers waar het gaat om de mondkapjesplicht, zoals die sinds gisteren in alle openbare gebouwen geldt. Die plicht heeft volgens Harbers gezorgd voor een grotere veiligheidsbeleving in het ov. In dat licht vindt hij het veelbetekenend dat het kabinet tijdens de eerste lockdown sprak van 'alleen reizen in het ov als dat echt nodig is', terwijl nu in de tweede golf het devies is: 'beperkt het aantal reisbewegingen zo veel als mogelijk'.

Toch veranderde er ook voor de ov-bedrijven gisteren het een en ander: waar de mondkapjesplicht eerder gold voor in de voertuigen, wordt die nu ook aangehouden voor stationshallen en bij haltes.

Sinds de invoering van de mondkapjesplicht per 1 juni deelden de controleurs van de RET bijna negentienhonderd boetes uit. Die loopt tot 95 euro per overtreding.

De aantallen bekeuringen per maand:
juni 30
juli 253
augustus 240
september 552
oktober 524
november 297

Harbers kan geen toelichting geven naar het aantal boetes per transportwijze. Het ligt voor de hand dat het leeuwendeel van de bekeuringen in de metro is uitgedeeld, omdat mensen makkelijker ongezien een metrostel instappen dan bus of tram. In de bus is het de chauffeur die de passagier op het ontbreken van een mondkapje wees, in de tram zijn er conducteurs die vergeetachtige of onwillige reizigers op hun plicht kon wijzen. Volgens Harbers bleken de meeste reizigers daar gevoelig voor. Mensen die geen kapje konden of wilden opzetten werd gevraagd het voertuig te verlaten. Voor die weinigen die uitstapten noch een alsnog een kapje opzetten konden chauffeurs en conducteurs dan de teams van controleurs erbij roepen. Dat gebeurde volgens Harbers in de regel zonder bus of tram stil te zetten; de controleurs wachten de onwillige reiziger dan bij een volgende stop op.