Categorieën

Service

‘Warm’ welkom.

‘Warm’ welkom.
Nieuws

‘Warm’ welkom.

  • Cora Vlug
  • 07-04-2019
  • Nieuws
‘Warm’ welkom.
VLAARDINGEN - Iedere zondag op Vlaardingen24: Vlaardingers in den Vreemde! Vlaardingers die de Haringstad achter zich hebben gelaten om elders in de wereld hun geluk te zoeken, geven bij toerbeurt een kijkje in de keuken van hun leven 'in den vreemde'. Lees de belevenissen van Wilma Hollander (Griekenland), Marijke Bozzano (Italië), Marijke Persijn (België) en vandaag Cora Vlug (Verenigde Staten).

Er zijn nieuwe mensen komen wonen in de straat. Grote verhuiswagen voor de deur en een gesjouw heen en weer. Het hele gezin helpt mee, maar de 3 kinderen knijpen er elke keer tussenuit om de grote basketball-paal uit te proberen en het gras te testen voor een potje voetbal. Heerlijk om stiekem naar te kijken en m’n gedachten gaan terug naar onze aankomst in de USA in 2000. Ik heb hier al eerder over geschreven voor “Vlaardingers In den vreemde”, maar ongetwijfeld zijn er mensen die dit avontuur toen niet gelezen hebben. In Mei heb ik m’n eerste lustrum voor “Vlaardingers In Den Vreemde”, dus vaste lezers van deze rubriek kennen me ondertussen wat beter en wellicht leuk om dit verhaal nog eens te lezen.

Vroeger, als kind had ik best een grote tuin om in te spelen. Zo’n 6 meter breed en een meter of 25 diep. Later voor onze eigen twee kinderen een tuin van 6 meter breed en zo’n 15 meter diep. Heerlijk, ruimte genoeg om in te spelen. Dan ga je naar Amerika en voel je je toch wel heel rijk met een vrijstaand huis met een tuin eromheen van 1 acre, oftewel 4.000 vierkante meter. En dat voor hetzelfde geld als we in Nederland ons rijtjeshuis hadden verkocht. Het grootste gedeelte van de tuin bestaat uit gras. Dat is bij alle huizen in onze omgeving het geval. We proberen het gras zo goed mogelijk te verzorgen, maar het zal nooit een mooi glad gazon worden. Nee, dan de buurvrouw. Gelukkig schrijf ik in het Nederlands en kan zij dit toch niet lezen, dus kan ik veilig even roddelen. Ik moet toegeven dat haar tuin er perfect uitziet. Zelden zo’n mooi grasveld gezien. Maar de tijd en de moeite die het haar kost is echt gigantisch. In de zomer zit ze 2x per week 3 uur op haar grasmaaier. Alle stokjes en andere dingen die niet op het gras horen worden één voor één met de hand opgeraapt en in de vuilnisbak gegooid. Soms worden de takjes ook wel in mijn tuin gegooid, want dat merk ik toch niet. Ze is een echte Pietje Precies. Ook in huis blijkbaar, want als wij eens een “handyman” over de vloer hebben die ook bij haar heeft geklust, dan zijn de klachten niet van de lucht. Ik denk dat ze op een “black list” staat van verschillende bedrijven die werk aan huis doen.

We hebben na aankomst in de USA de eerste drie weken op tuinstoeltjes geleefd omdat onze meubelen en andere spullen onderweg waren over zee. Veel spullen verkocht en weggegeven, maar ook moest er natuurlijk veel mee naar Amerika. Een verhuisbedrijf kwam om alles in plastic folie te wikkelen, in de verhuiswagen en naar Rotterdam waar alles in een grote container werd geladen en op de boot gezet. We hebben de eerste drie weken gekampeerd in ons eigen vreemde huis. De bewoners in de straat kwamen heel lief “welcome” zeggen aan de deur en brachten een taart of koekjes mee. Zo wisten we dus al gauw wie onze buren waren.  Recht tegenover ons woonde een echtpaar met een prachtige herdershond. Hun kinderen waren al de deur uit. Ze werkten allebei en de hond zat de hele dag alleen in de kelder. De vrouw was klein, super beleefd en eigenlijk een beetje timide of verlegen. De man Joe was gespierd, liep kaarsrecht, beetje nors. Vast en zeker een militair geweest in z’n jongere jaren. De herdershond werd 2x per dag aan de riem uit gelaten tot aan de hoek van de straat en weer terug. Hooguit 10 minuten. Het arme beest liep met z’n staart tussen z’n benen keurig naast de baas en keek hem elke keer aan alsof hij wilde zeggen” is het goed zo baas?” Zeer onderdanig, net als het vrouwtje. Ik weet niet wat zich daar achter gesloten deuren afspeelde, maar gezellig was het er vast en zeker niet. Deze overbuurman was ook heel zuinig op z’n gras. Dat was meteen al duidelijk. Het leek wel of hij het dagelijks met een nagelschaartje bij knipte. Later hoorde we dat de hond en z’n kinderen nooit op het gras mochten spelen. We kregen van z’n vrouw een heerlijke zelfgebakken taart en een warm welkom, maar Joe deed meestal net of hij ons niet zag. Behalve als het niet anders kon dan zwaaide hij even.

Na 3 weken kwam dan eindelijk de container op een gigantische vrachtwagen de straat binnen rijden. Alles was ingeklaard in New York en vrijgegeven. Onze straat is niet zo breed en onze oprit niet zo lang. De vrachtwagenchauffeur paste precies in het beeld wat ik had van deze gigantische Amerikaanse trucks. Groot, gespierd, ietsie te dik, African American, een echte New Yorker. De goeie man was redelijk onbeschoft, zei geen woord te veel. Hij vroeg of hij bij het goede adres was en of we op willen schieten met uitladen, want hij wil op tijd thuis zijn. Het handigste was om achteruit de oprit op te rijden, zodat de laadklep dicht bij de deur van onze garage uit kwam, zodat we alles daar gelijk in konden zetten of gelijk door sjouwen het huis in. Dat was makkelijker gezegd dan gedaan. De chauffeur probeerde met veel heen en weer geschakel achteruit de oprit op te rijden, maar kon de draai niet maken. Hij was zo’n 10 minuten aan het tobben en we zagen hem steeds ongeduldiger worden. Een paar minuten laten dacht hij waarschijnlijk “owh f**k it!!” en ging met z’n dikke zware voorwielen over het gras van over buurman Joe. M’n hart stond even stil. Twee diepe dikke bandensporen van een meter of 2 lang in het glad gemanicuurde gazon. Joe was naar z’n werk en z’n vrouw ook, dus niets aan te doen en gewoon doorgaan. Nu kon de truck achteruit de oprit op en konden we uitladen. De chauffeur zei nogmaals dat we op moeten schieten en ging vervolgens heerlijk tegen een boom in het zonnetje zitten. Tjongejonge wat heeft een mens toch een hoop spullen. We waren zo een klein uurtje aan het sjouwen en het was ondertussen lunchtijd geworden. Joe kwam thuis om te eten. Hij had het raampje van de auto open want het was heerlijk weer. We hadden de man nog niet horen praten sinds we hier woonden. Ik zal niet herhalen wat we allemaal voor scheldwoorden uit z’n auto hoorden komen. Alles wat wij dachten dat mensen hier niet mogen zeggen hoorde we uit het open raam van de auto galmen. Z’n hoofd werd vuurrood. De truckchauffeur stond op en ging snel in z’n truck zitten met de deur op slot. Joe kwam laaiend van woede uit z’n auto en stapte met grote stappen op m’n man Léon af en begon in z’n gezicht te schreeuwen, alsof hij een militair rookie stond te commanderen en vernederen. Toen hij uitgeraasd was zei Léon “Hi, I’m your new neighbour and that’s the truck driver” wijzend naar de truckchauffeur. Nu kreeg deze alles wat goed en kwaad was om z’n oren, maar gelukkig hield iedereen z’n handjes thuis en Joe ging met grote stappen en een rood hoofd z’n huis binnen. Maar voordat hij naar binnen ging parkeerde hij z’n auto zodanig dat de truck geen kant op kon. We vroegen ons af waarom en dat werd heel snel duidelijk.  Wij gingen maar weer snel door met uitladen. Er werd weer een keer tegen ons gezegd dat we moesten opschieten, maar zelf stak ie geen helpend handje uit. Tien minuten later kwam er een politieauto aan rijden en stopte. Joe had de politie gebeld. De truckchauffeur begon nu wel heel nerveus te worden. Twee stoere agenten stapten uit, Joe kwam weer naar buiten en met z’n drieën keken ze naar de dikke bandensporen in het gazon. De agenten haalden hun schouders op en je kon aan hun gezichten aflezen dat ze zich serieus afvroegen wat Joe van hen verwachtte. De conclusie van de agenten was dat dit gras wel weer zou groeien en ze vertrokken weer. Het kan verbeelding van me zijn, maar ik zag het wit om de neus van het donkere bruine hoofd van de truckchauffeur langzaam weg trekken. Joe ging weer naar z’n werk, de container was leeg, de truck reed de straat uit en alles was weer rustig. We zullen nooit weten waarom die truckchauffeur zo zenuwachtig werd van de politie, maar er was duidelijk iets niet pluis. De volgende dag deed Joe weer net of hij me niet zag toen hij z’n hond ging uitlaten. Af en toe stak hij z’n hand op als het niet anders kon, het gras groeide, de sporen zijn gewist van dit avontuur. Een paar jaar later zijn Joe, z’n vrouw en de hond verhuisd. Een alleraardigst gezin met 3 kleine kinderen kwam er te wonen en binnen een paar weken was het mooie gazon een knollenveld.

Het is best wel schrikken hoor wanneer je zoiets meemaakt in een vreemd land waar je net bent en waar je je bestaan op gaat bouwen. Je bent het wel weer snel vergeten want je hebt het veel te druk met uitpakken, schoonmaken en inrichting van je nieuwe thuis. Maar op dagen zoals deze, wanneer het gras weer langzaam groener wordt en er arriveren nieuwe bewoners in de straat, komen deze herinneringen weer even boven. 

Cora Vlug