Een oor aan laten naaien? Kom naar ons ziekenhuis!
- Bram Keizerwaard
- 22-10-2016
- Nieuws
Na enige tijd echter won de begeerte het van de discipline en ik vond dat ik best een staartje kon opeten. Vanaf de voorkant was het nog echt een varkentje. Daarna volgden de pootjes en werd het een liggend varkentje. Het linkeroortje verdween in mijn mondje gevolgd door het rechteroortje en een dag daarna sneuvelde het snuitje. Na enige tijd lag er nog maar een vormloos rond en roze hoopje marsepein maar ik maakte mezelf wijs dat het nog een varkentje was.
Ik moest hieraan denken toen ik de berichten over de avondsluiting van de spoedeisende hulp van het FranciscusVlietland las. Het grote kannibaliseren is begonnen. Na het vertrek van de kraamafdeling en kindergeneeskunde is nu de volgende afdeling aan de beurt maar de directie wil ons doen geloven dat we nog steeds een volwaardig ziekenhuis hebben in onze regio.
Zorg op maat maakt velen kwaad. Als je zoals de directie, alleen maar kijkt naar cijfers en markten dan wordt het moeilijk om de patiënten te zien. Zij zijn doof voor de vele protesten in de regio. Van de Raad van Toezicht is ook niets meer te verwachten sinds Han Boxma, zelf traumachirurg, zijn functie in de RvT neerlegde omdat hij zich niet kon verenigen met het eerdere vertrek van de kraamafdeling en kindergeneeskunde naar Rotterdam.
Waar is de tijd gebleven dat zorginstellingen en scholen nog werden geleid door mensen die verantwoording moesten afleggen aan een bestuur dat op haar beurt weer hun handelswijze moest uitleggen aan de leden in een vergadering? Wie als manager niet ziet welk een maatschappelijke ongenoegen zo’n beslissing oproept zou te rade moeten gaan bij de dienstdoende oogarts en wie niet de klaagzangen van de politiek, de huisartsen en vele anderen hoort, vervoege zich bij de oorarts.
De directie heeft echter een eigen specialisme ontwikkeld: het aannaaien van oren. Want dat gebeurt bij de burgers in Schiedam, Vlaardingen en het Westland. Ongetwijfeld zal men goede redenen hebben. Men wil concurreren met de ziekenhuizen in het Rotterdamse. Twee jaar geleden vergezelde ik in een nachtelijke tocht een oudere dame die (naar later bleek) haar heup gebroken had, naar de spoedeisende hulp van het Franciscus. Het was enorm druk en drie uur lang lag zij onfortuinlijk kermenend op een brancard.
‘We kunnen pas wat doen nadat er foto is gemaakt’, sprak de overwerkte verpleegkundige, ‘en ze staan op dit moment in de rij voor de röntgen’. ‘En als het gebroken is?’, informeerde ik. ‘Dan gaan we kijken of er in Rotterdam ergens een plekje is in een ander ziekenhuis; wij zitten vol’. Gelukkig werd een pijnlijke rit in een ambulance de oude vrouw bespaard. Er werd een bed gereden naar een magazijn en de volgende dag werd ze geopereerd.
Er is echter meer aan de hand dan een sluiting van een afdeling. Het is een duit in het zakje van ‘het grote onbehagen’. Daarover gaat mijn volgende column. Wat de directie van het Franciscus betreft: zou het goed zijn om de geschriften van hun naamgever nog eens te lezen.
‘Laat mij niet zoeken getroost te worden, maar te troosten,
niet begrepen te worden, maar te begrijpen’
Die zullen best nog wel ergens in een la liggen. Onder de managementrapportages. De naam Vlietland blijft actueel: genoemd naar een moeras waarin het ziekenhuis figuurlijk ten onder gaat.