Categorieën

Service

De kikker en de slang

De kikker en de slang
Nieuws

De kikker en de slang

  • Cora Vlug-Bot
  • 20-08-2022
  • Nieuws
De kikker en de slang
VLAARDINGEN/DOYLESTOWN - Iedere zondag op Vlaardingen24: Vlaardingers in den Vreemde! Vlaardingers die de Haringstad achter zich hebben gelaten om elders in de wereld hun geluk te zoeken, geven bij toerbeurt een kijkje in de keuken van hun leven 'in den vreemde'. Volg de belevenissen van Wilma Hollander (Griekenland), Marijke Persijn (België), Dick van der Pijl (Frankrijk) en vandaag van Cora Vlug-Bot (Verenigde Staten).

De ramen en deuren staan wagenwijd open. Eindelijk is de temperatuur buiten een beetje gedaald. Het zal niet lang duren, maar hier kan ik ieder geval even van genieten. Ik vind het zo vervelend om in de zomer ook weer de ramen en deuren te sluiten omdat de airco aan moet. Ik ben heel blij met de airco in huis, maar er gaat niets boven ramen en deuren open, met een briesje van buiten door het huis. De zomerse temperaturen hier in Pennsylvania van gemiddeld zo’n 38 graden C, geen wind en hoge luchtvochtigheid is niet fijn om zonder airco doorheen te komen. Maar de dag begint goed vandaag, het is heerlijk buiten.                                                                                                                                                              

Ik zit aan de keukentafel en kijk op van mijn schrijfblok, met het kladje voor het begin van dit verhaal. Ik voel me net de beroemde illustrator Marjolein Bastin. Die kennen jullie toch wel hè. Ze tekent van die heerlijke tekeningen van vogeltjes, bijtjes en bloemetjes en Vera de Muis. Zij is ook een Nederlander in den Vreemde. Geboren in Loenen aan de Vecht. Vele jaren maakte ze illustraties voor de Libelle. Begin 1990 werd ze ontdekt door een Amerikaan, die haar heeft geïntroduceerd bij de Amerikaanse kaarten gigant Hallmark. Ze is bijna 80 nu en ze verdeelt haar tijd tussen Nederland, Missouri en een tropisch vakantieplekje op de Cayman Islands.

Zo’n Marjolein Bastin uitzicht op de tuin verveelt nooit en blijft bijzonder. Tientallen vogels vliegen af en aan om een verfrissend bad te nemen rondom het watervalletje bij de vijver. Ik hoor een kikker kwaken. Prachtige oranje, gele, blauwe en zwarte vlinders fladderen rondom de bloemen. Achter in de tuin, tussen de struiken en bomen, ontdek ik mama hert met haar twee kinderen, die al bijna net zo groot zijn als zijzelf. Ze knabbelen lekker aan onze pas geplante struiken. Dat is minder leuk, maar zij waren hier eerder dan wij mensen en onze mooi aangelegde tuinen. Eén voor één komen de kolibries even een slokje nemen van het suikerwater uit de voederfles vlak bij het keukenraam. Zo mooi! Op nog geen twee meter afstand zie je de vleugels gaan. Vaak gaan ze rustig zitten om te knibbelen aan de voederflesjes. De mannetjes zijn veel mooier dan de saaie bruin-grijze vrouwtjes. Prachtige blauw/groene gloed over hun bijna zwarte rug. Een felrode kraag hoog op hun borst. Ik kan er uren naar blijven kijken. De kolibries arriveren elk jaar eind maart in Alabama; Washington DC in april om in mei te arriveren in Pennsylvania. Ze blijven in Pennsylvania tot september, wanneer ze weer de terugtocht beginnen naar Centraal Amerika. Deze kleinste vogeltjes ter wereld vliegen bijna 2.000 kilometer terug naar hun tweede thuis.

Ik bedenk dat de goudvissen in de vijver nog geen eten hebben gehad. Ze horen me al aankomen en komen vol enthousiasme naar het oppervlak. Dat is altijd een drukte van belang. Zo’n 13 jaar geleden heb ik de vijver zelf gebouwd. Ik kreeg van een vriendin goudvissen toen de vijver klaar was. Haar buren hadden een zwembad, verlaten en verpauperd. Het water was groen, zwart en bagger. Ooit had de vriendin twee goudvissen in het zwembad gegooid uit wraak, nadat zij het zwembad had schoongemaakt en de buren het opnieuw lieten verpauperen. Nu wonen er honderden goudvissen in dat zwembad. Ze heeft er drie voor mij in een schepnetje gevangen en als openingsceremonie in mijn vijver laten glijden. Nu zijn ze niet meer te tellen. Het lijkt wel een school piranha’s wanneer het voedertijd is.                                 

In mijn ooghoek zie ik iets bewegen tussen de rotsen en het onkruid. Het is een slang. Ik weet dat deze soort in onze buurt wonen, maar ik zie ze niet zo vaak. Ze zijn niet giftig of gevaarlijk, maar ik schrik toch even. Mijn blik gaat over het lange slangenlijf en bij de kop aangekomen sla ik een kreet 'gatver!!' De bek staat wagenwijd open en van de grote groene kikker is alleen nog het koppie en één poot te zien. De rest schuift langzaam bij de slang naar binnen. Hij heeft er wel moeite mee, het is een flinke groene hapklare brok. De kikker wacht in alle rust zijn lot af. Hij leeft gewoon nog, alsof hij 'aan de Oever van de Rotte, tussen Delft en Overschie' van het uitzicht zit te genieten. Nou ja, dat is de natuur, daar hoef ik me niet mee te bemoeien, denk ik.                                                                                                                                  
Dit gaat wel een heel langzame dood worden voor Kermit. Toch maar proberen en de moed verzamelen om hem te redden. Met een lange dunne stok probeer ik de slang in beweging te krijgen. Hij deinst achteruit en wil verdwijnen in een klein gaatje tussen de rotsblokken. Zijn achterlijf verdwijnt eerst, maar door die dikke kikker half in z’n lijf blijft hij steken en kan geen kant meer op. Hij wil niet vooruit, want daar ben ik. Hij kan niet achteruit want dan moet hij z’n maaltijd loslaten en dat is hij niet van plan. Met het dunne puntje van de stok kan ik nog net in de mondhoek van de slang porren. Een millimeter z’n lip opwippen en flop... daar springt Kermit opgelucht en blij het water in en komt weer boven water op z’n favoriete plekje tussen het riet. Alsof er niets gebeurd is. De slang is al verdwenen tussen de rotsen. Misschien probeert hij het morgen weer, maar ieder geval heeft Kermit weer een extra dag om van het leven te genieten. Ik mag mezelf een Hero noemen vandaag, want zeg nou eerlijk, wie doet me dit na?!