Hamas... roepende Schiedammer hoeft niet naar Westerbork

REGIO - Hij hoeft van de rechter niet naar kamp Westerbork, de Schiedammer die op straat in Rotterdam 'Hamas, hamas, alle Joden aan het gas' riep. Dat gebeurde na de voetbalwedstrijd tegen Heracles die Feyenoord het landskampioenschap opleverde, op 14 mei 2017 en tijdens de huldiging de dag erop.

Het Openbaar Ministerie eiste twee weken geleden dat de man een bezoek zou brengen aan het Drentse herdenkingscentrum. Justitie vond het ook billijk en wenselijk dat de Schiedammer een film over het transport van Joden naar de concentratiekampen zou bekijken en dat hij na het bezoek een opstel zou schrijven over zijn ervaringen. Het gerechtshof ging daar niet in mee en legde de man een taakstraf van veertig uur op. De officier van justitie had een taakstraf van 120 uur geëist, waarvan zestig uur voorwaardelijk.

De Schiedammer (geboren in 1977) werd in september vorig jaar door de Rotterdamse politierecher veroordeeld tot een boete van zeshonderd euro maar ging daartegen in hoger beroep.

Het gerechtshof nam bij zijn uitspraak bijzonder in aanmerking dat de verdachte zich 'op twee opeenvolgende dagen schuldig heeft gemaakt aan opzettelijke belediging van Joden'. Hij was op 14 mei al 'op het beledigende karakter van deze uitlating gewezen en hij zei dat te onderkennen'. Maar daags erop riep hij de gewraakte leus wederom. ,,Met zijn handelen heeft de verdachte blijk gegeven van een totaal gebrek aan respect voor hetgeen de Joden in de Tweede Wereldoorlog is overkomen. Hij heeft tot tweemaal toe in het openbaar een gedachtegoed verkondigd dat ernstig indruist tegen het grondwettelijk beginsel dat bescherming moet bieden aan een ieder.''

Verder betrok het hof in zijn uitspraak het feit dat de Schiedammer al eerder is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten, 'cognitieve beperkingen' heeft, plus een alcoholprobleem. Ook het feit dat de man al aan een behandel- en begeleidingstraject deelneemt dat mede gericht is op het voorkomen van recidive, betrok het hof in zijn uitspraak. Het stelt daarom 'oplegging van een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden thans niet opportuun'.